Tweeling Bevalling

Tweeling Bevalling

In deze aflevering praten we met Eva en Jona over de geboorte van hun zoon Arthur en dochter Uma.

Luister hoe de slingers worden opgehangen omdat er geen ballon nodig is, Jona alvast voorzorgsmaatregelen treft om de baby’s uit de wc te vissen, het laatste avondmaal ziekenhuispasta Bolognese is, Eva de rust weet te bewaren, Jona een droge mond krijgt van het persenpersenpersenpersen en er een baby wordt geboren, en nog een baby!

Hierna duiken we met de ouders het verhaal dieper in en reflecteren we op wat helpt om rust en kalmte te bewaren in de spanning, dat ondanks goede bedoelingen het belangrijk blijkt je fysieke integriteit te blijven beschermen, dat ookal komt er veel op je af en doe je het allemaal voor het eerst kennis je hierbij helpt, het vacuüm waar je ingezogen wordt op het moment dat de baby hulp moet krijgen bij de start, dat een goede voorbereiding óók op het ouderschap enorm helpt in je verwachtingen en dat het leven met tweeling zo intens is dat verwerking van de geboorte naar de achtergrond verdwijnt.

 

Beluister de podcast

Mini Mini Masterclass | Een Tweeling Bevalling

Een tweeling spreekt altijd tot de verbeelding. De kans dat je spontaan zwanger wordt van een tweeling is 1 op de 100. Meestal, in 70% van de gevallen, is het een twee-eiige tweeling. Ze hebben allebei een eigen vruchtzak en een eigen placenta. Als een bevrucht eitje zich in een vroege fase in tweeën splitst dan is er sprake van een eeneiige tweeling. De meeste eeneiige tweelingen delen een vruchtzak. 30% heeft net zoals de twee-eiige tweeling ieder een eigen vruchtzak en een eigen placenta. Op de echo kan je dus alleen met zekerheid zeggen dat het een een eiige tweeling is, als je ziet dat de tweeling een vruchtzak deelt. Wanneer je 2 aparte vruchtzakken ziet, dan kan je later in de zwangerschap misschien wat meer te weten komen, als blijkt dat de sekse verschillend is. Dan weet je per definitie dat het een 2 eiige tweeling is. En verder is het afwachten.

Veel controles

Een tweelingzwangerschap komt met de nodige uitdagingen en risico’s. Uiteraard is er van alles wat dubbel telt, extra veel zwangerschapshormoon, dus soms extra misselijk in het begin, maar ook de hoeveelheid extra bloed die het hart moet rondpompen ten opzichte van een eenling zwangerschap. Vervelend is ook dat je een hogere kans op complicaties hebt, waarvan vroeggeboorte de meest voorkomende is. 

Bij een tweelingzwangerschap word je daarom altijd vanaf het begin uitgebreid medisch gecontroleerd. 

Twin-to-Twin

De baby’s die een placenta delen worden specifiek goed in de gaten gehouden op het zogeheten twin-to-twin transfusion syndroom. Dit komt in zo’n 5-15% voor. Bij baby’s die een vruchtzak en placenta delen is het normaal dat er wat bloed uitwisseling tussen de baby’s plaatsvindt. Dit behoort wel in evenwicht te zijn, het wordt een probleem als de ene baby meer bloed en voedingsstoffen krijgt van de andere baby. Dit is voor beide kinderen ongunstig. Het kan behandeld worden in het gespecialiseerd centrum in Leiden. 

Vroeggeboorte

De meest voorkomende complicatie is vroeggeboorte. Van de tweelingen die een eigen placenta hebben eindigt bij ruim de helft de zwangerschap vóór 37 weken. Na 40 weken zwangerschap neemt de kans op ernstige problemen bij de baby toe. Het advies is dan ook om de zwangerschap te beëindigen voor 40 weken. 

Van de tweelingen die een placenta delen is de gemiddelde zwangerschapsduur ongeveer 35 weken. Omdat het risico op complicaties hier groter is worden de gezonde zwangerschappen beëindigd bij 37 weken. 

De ontsluiting

De bevalling lijkt veel op de bevalling bij een eenling. Realiseer je dat het een medische bevalling is, dus dat de baby’s vanaf het begin van de bevalling gecontroleerd worden met een CTG. Vaak wordt de baby die als eerste voor de uitgang ligt gemonitord met een elektrode die op het hoofd gezet wordt, oftewel een inwendige registratie. De tweede baby wordt uitwendig geregistreerd met van die buikbanden. Ook kan het drukker op de kamer zijn, omdat er meer waakzaamheid is en er letterlijk meer handen nodig zijn.

Het kan zijn dat je de weeën van de ontsluiting en uitdrijving minder goed voelt, omdat de baarmoeder zo uitgerekt is. Soms duurt het ontsluiten ook langer omdat de weeën wat minder sterk zijn. 

Indien nodig kan er oxytocine gegeven worden via het infuus, dit is altijd in samenspraak met jullie. 

De uitdrijving

De persweeën verlopen ook hetzelfde als bij een eenling zwangerschap. Zoals bij elke uitdrijvingsfase wordt de conditie van de baby goed in de gaten gehouden en gekeken hoe de baby’s reageren op het persen. Als de eerste baby geboren is, zal die op je borst gelegd worden, maar zal een deel van de hulpverlening direct de focus leggen op de tweede baby. Omdat er opeens ruimte ontstaat doordat de eerste baby weg is, kan de baby in een andere houding gaan liggen. Soms gunstig, soms ongunstig. Daarnaast wordt de conditie goed gecheckt en gekeken of de navelstreng niet afgekneld wordt door de grote verschuiving in de baarmoeder. Als de baby dwars ligt en niet meer recht gemanoeuvreerd kan worden, dan kan het voorkomen dat de tweede baby per keizersnede geboren zal worden. Als de baby in hoofdligging ligt of in stuitligging, dan wordt de tweede baby meestal vaginaal geboren. Vaak binnen een half uur na de geboorte van de eerste baby. 

Geen peanuts

Zo klinkt het bijna als peanuts, maar dat is een bevalling natuurlijk nooit. De kans op een keizersnede is verhoogd bij een tweeling en dit kan in elk deel van de geboorte een optie zijn. Daarnaast is het nageboorte tijdperk belangrijk omdat je door de uitzetting van de baarmoeder een grotere kans hebt op ruim tot veel bloedverlies na de geboorte, waardoor vaak gekozen wordt voor het actief leiden van het nageboortetijdperk door middel van oxytocine.