De Grote Baby

De Grote Baby

In deze aflevering praten we met Inge en Roy over de geboorte van hun dochter Lot.

Luister hoe Roy altijd al wist dat het snel zou gaan, Inge daar na dagen van rugklachten en voorweeën toch anders over denkt, Roy na het breken van de vliezen het bed gaat verschonen, maar Inge er niet meer in komt liggen, de baarkruk dus direct uit de auto gehaald kan worden, er een weerzien is tussen vrienden met een blote barende ernaast, de ambulancebroeders liever zuchtende vrouwen zien dan persende vrouwen en het persen lang duurt, maar de uren meer als minuten voelen voor de ouders.  

Hierna duiken we met de ouders het verhaal dieper in en reflecteren we op dat niets in hun verhaal wijst op een grote baby, dat de 4700 gram dus eigenlijk van ondergeschikt belang is, dat het gegeven van een grote baby bij nader inzien toch veel vragen oproept en zo tóch belangrijk wordt in het verhaal, dat de smaak van het verhaal anders kan worden als de hulpverlening uitgebreid z’n eigen visie ventileert en dat met goede uitleg en klinische denken twee belangrijke keuzes worden bijgesteld, waarmee de regie behouden wordt en een knip voorkomen. 

Beluister de podcast

Mini Mini Masterclass | De Grote Baby

Zeggen tegen een zwangere dat er een grote baby in haar buik zit is één van de ergste dingen. Wie überhaupt de zwangerschaps-apps heeft uitgevonden en ter vergelijking van een voldragen baby met een watermeloen aan is komen zetten mag wel eens even goed achter de oren krabben. In een samenleving waar we niet eens een unaniem woord hebben voor het vrouwelijk geslachtsdeel, jagen we massaal zwangeren op de kast met het schrikbeeld een watermeloen uit haar vagina te persen. Sommige zwangeren kiezen hier voor struisvogelpolitiek, zien we dan wel, maar de meesten vinden het gewoon fucking spannend.

En nu heb je dus net medegedeeld dat de watermeloen dubbel zo groot is. Want ongeacht hoe subtiel je de boodschap brengt, dat is vaak hetgeen wat gehoord wordt, want omg. dat moet er ook nog uit. 

Artsen en verloskundigen zijn niet immuun

En niet alleen de zwangere vindt de boodschap van een grote baby spannend, ook hulpverleners blijven er niet onbewogen onder. Zo gauw als vermoed wordt dat er een grote baby verwacht wordt, zie je het aantal complicaties omhoog gaan, wat niet komt door de feitelijke grote baby, als wel de anticipatie die ermee gepaard gaat.

Macrosomie

Een grote baby, wanneer spreken we daar eigenlijk van? Je hebt verschillende definities, zoals macrosomie. Dit is het absolute geboortegewicht van het kind, en die noem je macrosoom als die meer weegt dan 4500 gram is. Daar heb je natuurlijk weinig aan als het kind nog in de buik zit, dus dan gebruiken we Large for Gestational Age, dit gaat uit van percentielen obv de zwangerschapsduur. De p50 is gemiddeld, maar om een gemiddelde te krijgen hebben we grote babies en kleine babies nodig. Vanaf de P90 worden we al een beetje zenuwachtig. Terwijl dus 10% van de baby’s zo groot is. 

Cijfers en curves

En hoewel de cijfers van geschat gewicht de afgelopen 10 jaar nagenoeg stabiel zijn, zien we het aantal interventies, zoals inleiden, knip of keizersnede, stijgen.

Allereerst is het belangrijk om je te realiseren dat gemiddeld genomen het geboortegewicht pas boven de 4500 gram komt  wanneer je 41 weken of langer zwanger bent. Vóór de 41 weken zitten de baby’s die op de p97 groeien daar dus nog onder. Best gek toch dat er meer en meer gecounseld wordt naar inleiden bij 38 weken, terwijl de meeste baby’s dan zelfs nog geen 4 kilo zijn. 

Meten is toch weten?

Hoe weten we eigenlijk op welk percentiel de baby zit? Er is geen gouden standaard voor het bepalen van de grootte van je baby. De 2 methodes die we hebben zijn lichamelijk onderzoek op de hand en echografie. 

Verschillende studies geven aan dat de nauwkeurigheid van een echografische meting bij het voorspellen van macrosomie gering is. Zo is er ongeveer 15% foutmarge. Dat wil zeggen dat bij een geschat gewicht van 4000 gram, de baby ook 3400 gram kan zijn, of 4600 gram. Er wordt ook vaker óverschat dan onderschat. Na de geboorte blijkt dat er in meer dan de helft van de gevallen geen sprake is van LGA (een grote baby), laat staan macrosomie.

Of het hoofd past kan je niet voorspellen

Een makkelijk gemaakte misvatting over een grote baby is, dat hoe groter, hoe per definitie moeilijker zal passeren. Maar het is natuurlijk niet het hoofd wat opeens kilo’s erbij krijgt. Het is voornamelijk vet, en vet is squeezy. En ja, ook rond de schouder-gordel, daar is waar mogelijk een haperende geboorte bij kan optreden. Maar een hoofd op de p97, gaat zich tijdens de baring nog aanpassen aan het bekken, door middels moulage de schedelnaden over elkaar heen te laten schuiven. Hoofd en bekken vooraf meten en er een conclusie uit trekken geeft dus geen beeld van de realiteit. 

Meer kans op complicaties?

Waarom zijn we dan zo bezig met dit zogenaamde Hollands Welvaren. Bevallen van een macrosome baby is geassocieerd met een hogere kans op complicaties bij de geboorte.

Er zijn studies die laten zien dat er meer keizersnedes zijn, meer kans op veel bloedverlies na de geboorte, 3e graads rupturen en vastzittende schouders.

Echter zijn er ook studies die laten zien dat alleen al het vermoeden van een groot kind, ongeacht of dat daadwerkelijk een grote baby bleek, geassocieerd is met een verhoogd risico op interventies, zoals een verdubbeling van het aantal keizersnedes. 

Kansen en risico’s, waar hebben we het dan over

Praten over risico’s is altijd lastig, omdat ze op zoveel manieren te interpreteren zijn. Dezelfde cijfers kunnen gevoelsmatig heel verschillend worden uitgelegd. Als de kans op een probleem bijvoorbeeld drie maal verhoogd is bij een grote baby, voelt dit als een groot risico dat je wellicht graag wil vermijden. Maar als je hoort dat het risico op dat probleem bij kleiner geproportioneerde baby’s al erg laag is, dan klinkt drie keer heel erg weinig risico ineens een stuk minder bedreigend en wellicht meer aanvaardbaar. 

Een voorbeeld: de kans om de loterij te winnen is drie keer zo groot wanneer je drie loten koopt. Maar de kans om überhaupt te winnen is extreem klein. Je hebt nog meer kans om door de bliksem getroffen te worden. Is het kopen van drie loten dan een slim idee of niet?

De vraag moet vooral bij jullie als ouders liggen, wat voor jullie een aanvaardbare kans of aanvaardbaar risico is. Hierin zal ieder persoon meer meewegen dan alleen de cijfers, maar zullen ook meer persoonlijke gevoelens sterk meewegen. 

Inleiden

De oplossing die op dit moment voorhanden is om te grote groei te voorkomen, is de baby eerder halen door middel van een inleiding. Want dan snoep je een aantal weken af van de groeimogelijkheden. Echter de keuze tot een inleiding wil je weloverwogen maken, omdat inleidingen ook weer geassocieerd zijn met meer keizersnedes. Daarnaast zie je in onderzoek dat waar je gezondheidswinst hebt voor de baby door het niet te groot te laten worden, je wel weer meer kans hebt op complicaties die geassocieerd zijn met vroeggeboorte waardoor de netto gezondheidswinst nul is. 

Alles meenemen in elke overweging

De metingen hebben dus grote marges, de NVOG heeft geen protocol, er is geen enkel beleid waarmee we het risico op nul kunnen zetten, desalniettemin is de aanbeveling glashelder: Er dient uitgebreide counseling gedaan te worden met de aanstaand ouders, met echt alle informatie om dan samen tot een beslissing komen. In de praktijk horen we in toenemende mate dat er druk uitgeoefend wordt om bij 38 weken in te leiden en dat er niet -zoals wel aanbevolen- met je meegedacht wordt. Angst lijkt een steeds groter aandeel te krijgen in de casus van een grote baby. But guess what: het cliché is ook hier weer waar: Angst is een slechte raadgever.