Aambeien, ook wel hemorroïden genoemd, zijn opgezwollen en ontstoken aderen in het rectum en de anus. Ze kunnen intern (in het rectum) of extern (rond de anus) zijn en worden vaak veroorzaakt door overmatige druk op de aderen, zoals bij langdurig zitten of persen tijdens een stoelgang, of tijdens de zwangerschap. Aambeien kunnen symptomen veroorzaken zoals pijn, jeuk, bloedingen en ongemak tijdens het zitten of stoelgang. Behandelingsopties variëren afhankelijk van de ernst van de aambeien en kunnen bestaan uit het aanpassen van de voeding, het gebruik van medicijnen, het uitvoeren van procedures zoals rubberbandligatie of chirurgie in zeldzame gevallen.
Tijdens de zwangerschap neemt de druk op het bekkengebied toe als gevolg van de groeiende baarmoeder en het gewicht van de baby. Dit kan leiden tot verhoogde druk op de aderen in het rectum en de anus, wat op zijn beurt kan leiden tot aambeien.
Bovendien kan constipatie, die vaak voorkomt tijdens de zwangerschap, ook bijdragen aan het ontstaan van aambeien. Als gevolg van hormonale veranderingen en de druk van de groeiende baarmoeder op de darmen, kan het voor zwangeren moeilijker zijn om regelmatige stoelgang te hebben, wat kan leiden tot constipatie.
Andere factoren die kunnen bijdragen aan de ontwikkeling van aambeien tijdens de zwangerschap zijn een verminderde bloedcirculatie in het bekkengebied en het gebruik van bepaalde medicijnen.
Als je tijdens de zwangerschap last heeft van aambeien, is het belangrijk om je arts te raadplegen voor advies over behandeling en preventie.
Als je tijdens de zwangerschap last hebt van aambeien, zijn er verschillende maatregelen die je kunt nemen om de symptomen te verlichten en verdere irritatie te voorkomen:
Als deze maatregelen niet voldoende zijn om de symptomen van aambeien te verlichten, neem dan contact op met je arts voor verdere behandelingsopties, zoals rubberbandligatie of chirurgie.
Door DRS MAMA
Rhesus antagonisme is een aandoening waarbij er een conflict ontstaat tussen het bloed van de zwangere en dat van de foetus tijdens de zwangerschap. Het komt voor wanneer een zwangere met rhesus negatief bloed een baby krijgt van een partner met rhesus positief bloed. Rhesus antagonisme ontstaat wanneer bloedcellen van de foetus, die rhesus D-positief zijn, in de bloedbaan van de zwangere terechtkomen en het immuunsysteem deze als vreemd ziet en antilichamen tegen deze bloedcellen gaat produceren. Lees meer over Anti-D en rhesusantagonisme.
Als deze antilichamen de placenta passeren en in het bloed van de foetus terechtkomen, kunnen ze daar de rode bloedcellen van de foetus afbreken en leiden tot bloedarmoede en andere ernstige complicaties. Deze aandoening kan leiden tot foetale bloedarmoede, geelzucht, hydrops foetalis (ophoping van vocht in de weefsels van de foetus) en in ernstige gevallen tot de dood van de foetus.
In Nederland worden zwangeren gescreend op rhesus D-factor tijdens hun eerste prenatale controle. Als een zwangere rhesus negatief blijkt te zijn en haar partner rhesus positief, dan worden er maatregelen genomen om rhesus antagonisme te voorkomen. Dit kan onder andere door het toedienen van anti-D immunoglobuline tijdens de zwangerschap en na de bevalling, om te voorkomen dat de zwangere antilichamen aanmaakt tegen de rhesus D-factor van de baby.
Anti-D is een antilichaam dat kan worden geproduceerd door het immuunsysteem van een persoon met rhesus antagonisme, wanneer deze persoon bloed ontvangt dat de rhesus D-factor bevat die hij of zij niet heeft. Rhesus antagonisme komt voor wanneer een zwangere met rhesus negatief bloed een baby krijgt van een partner met rhesus positief bloed. Tijdens de zwangerschap kan er een kleine hoeveelheid van de bloedcellen van de baby in de bloedbaan van de moeder terechtkomen, wat kan leiden tot de vorming van anti-D antilichamen als de moeder rhesus D-negatief is en de baby rhesus D-positief is.
In Nederland wordt anti-D immunoglobuline (Rhophylac, Rhesonativ) toegediend aan rhesus negatieve zwangern die bevallen zijn van een rhesus positief kind, of tijdens bepaalde ingrepen zoals een miskraam, abortus of vruchtwaterpunctie. Dit wordt gedaan om te voorkomen dat de zwangere antilichamen aanmaakt tegen de rhesus D-factor van de baby. Door het toedienen van anti-D immunoglobuline wordt het bloed van de zwangere “schoongemaakt” van eventuele rhesus D-positieve bloedcellen van de baby, waardoor de vorming van anti-D antilichamen wordt voorkomen.
Door DRS MAMA
Na de bevalling zijn er verschillende opties voor anticonceptie, afhankelijk van je persoonlijke situatie en voorkeuren. Hier zijn enkele veelvoorkomende opties:
Barrièremethoden zoals condooms en cervicale kapjes kunnen na de bevalling worden gebruikt. Deze methoden zijn echter minder betrouwbaar dan andere anticonceptiemethoden en moeten correct worden gebruikt om effectief te zijn.
Hormonale anticonceptie zoals de pil, de patch, de ring of de prikpil kan na de bevalling worden gebruikt. Als je borstvoeding geeft, kan dit echter van invloed zijn op de keuze van hormonale anticonceptie en de dosering.
Een spiraaltje kan worden geplaatst zes weken na de bevalling, als je geen infectie of complicaties hebt gehad. Er zijn twee soorten IUD’s beschikbaar: koperhoudende en hormoonhoudende.
Sterilisatie is een permanente vorm van anticonceptie en wordt meestal alleen overwogen als je zeker weet dat je geen kinderen meer wilt.
Het tijdstip waarop je weer kunt beginnen met anticonceptie na de bevalling, hangt af van verschillende factoren, zoals of je borstvoeding geeft en of er complicaties zijn opgetreden tijdens of na de bevalling.
Over het algemeen wordt aanbevolen om minimaal 6 weken te wachten na de bevalling voordat je begint met anticonceptie. Dit geeft je lichaam de tijd om te herstellen en het risico op complicaties te verminderen. Als je echter seks hebt voordat je 6 weken hebt gewacht, is het belangrijk om toch al anticonceptie te gebruiken.
Als je borstvoeding geeft, moet je mogelijk speciale aandacht besteden aan de anticonceptiemethode die je kiest, omdat sommige hormonale anticonceptiemethoden de melkproductie kunnen verminderen. Je arts kan je hierover adviseren en samen met jou de beste optie bepalen.
Kortom, het is belangrijk om met je arts te praten over welke anticonceptiemethode het beste bij jou past en wanneer je ermee moet beginnen na de bevalling.
Lees hier meer over anticonceptie en zwangerschap. Door Drs Mama
De Apgar-score is een gestandaardiseerde beoordelings-tool die wordt gebruikt om de fysieke toestand van een pasgeborene direct na de geboorte snel te evalueren. Het werd ontwikkeld in 1952 door Dr. Virginia Apgar, een Amerikaanse anesthesioloog. “Apgar-score” wordt meestal gebruikt als term in het Nederlands, omdat het een internationaal erkende medische term is.
De score meet de fysieke toestand van een pasgeborene op vijf belangrijke gebieden: hartslag, ademhaling, spierspanning, reflexen en huidskleur. Elk van deze gebieden wordt beoordeeld op een schaal van 0 tot 2, waarbij 2 het beste is. De scores worden vervolgens opgeteld om een totaalscore te krijgen die varieert van 0 tot 10. De Apgar-score wordt meestal beoordeeld één minuut na de geboorte en vervolgens vijf minuten later. Het helpt artsen en verpleegkundigen om snel de fysieke conditie van de pasgeborene te beoordelen en eventuele problemen te identificeren die onmiddellijke medische aandacht vereisen.
Een goede score varieert van 7 tot 10. Tussen 7 tot 10 betekent de score dat de pasgeborene in goede fysieke conditie verkeert en goed reageert op de omgeving. Een score van 4 tot 6 betekent dat de pasgeborene enige ademhalings- of circulatieproblemen kan hebben en dat medische interventie mogelijk nodig is. Een score van 0 tot 3 betekent dat de pasgeborene ernstige ademhalings- en circulatieproblemen heeft en onmiddellijke medische interventie nodig heeft. Het is belangrijk op te merken dat de score slechts een momentopname is en dat het verdere onderzoek van de pasgeborene door een arts of verpleegkundige nodig kan zijn om te bepalen of verdere behandeling nodig is.
Een badbevalling is een bevalling waarbij de barende in een speciaal ontworpen bad bevalt. Tijdens een badbevalling zit de barende in warm water, wat kan helpen om de pijn van de weeën te verlichten en de barende te ontspannen. Het warme water kan ook de bloedcirculatie en de zuurstoftoevoer naar de baarmoeder verbeteren, waardoor de bevalling mogelijk sneller en soepeler verloopt.
Een badbevalling kan thuis worden gedaan of in sommige ziekenhuizen of geboortecentra worden aangeboden. Voordat een zwangere een badbevalling kan ondergaan, moet dit met de arts of verloskundige besproken zijn.. Tijdens de bevalling wordt de baby voortdurend gecontroleerd op tekenen van nood en er zijn protocollen voor het geval dat medische interventie nodig is.
Er zijn verschillende potentiële voordelen van een badbevalling, waaronder:
Hoewel een badbevalling voor sommigen een goede optie kan zijn, is het niet voor iedereen geschikt. Er zijn verschillende redenen waarom je ervoor kan kiezen om niet in bad te bevallen, zoals:
Hoewel een badbevalling voor sommige barenden een goede optie kan zijn, is het belangrijk om te onthouden dat het niet voor iedereen geschikt is en dat de optie van bevallen in bad tijdens de bevalling ineens niet meer mogelijk blijkt. Dit kan door voorkeuren, tempo van de bevalling, plaats van de bevalling of beschikbaarheid van een bad zijn. Het is belangrijk om met je zorgverlener te praten over jullie individuele situatie en jullie opties voor de bevalling te bespreken en rekening te houden met een plan B.
Wil je meer leren over een (bad)bevalling? Volg de bevalcursus van Drs Mama. Klik hier
Een bevalcursus is een cursus die zwangeren en hun partners helpt zich voor te bereiden op de bevalling en de geboorte van hun baby. Een bevalcursus kan verschillende aspecten van de bevalling en geboorte behandelen, zoals de fysiologie van de bevalling, ademhalingstechnieken, ontspanningstechnieken, posities om te bevallen, en pijnverlichtingsopties. Sommige bevalcursussen richten zich ook op het geven van informatie over het kraambed en de verzorging van de pasgeboren baby. Het doel van een bevalcursus is om zwangeren en hun partners te helpen zich voor te bereiden op de bevalling en meer vertrouwen te krijgen in hun vermogen om de bevalling te doorstaan en de geboorte van hun baby te begeleiden.
Er zijn verschillende redenen waarom zwangeren ervoor kiezen om een cursus te volgen:
Een bevalcursus is bedoeld voor zwangeren en hun partners die zich willen voorbereiden op de bevalling en de geboorte van hun baby. Het maakt niet uit of het de eerste zwangerschap betreft of dat de zwangere al eerder bevallen is. Een bevalcursus kan nuttig zijn voor alle zwangeren, ongeacht hun leeftijd, gezondheidstoestand of geboorteplan.
Sommige zwangeren vinden het vooral belangrijk om een bevalcursus te volgen als ze een specifieke bevallingservaring in gedachten hebben, bijvoorbeeld als ze graag natuurlijk willen bevallen zonder pijnmedicatie, of als ze juist weten dat ze een keizersnede zullen ondergaan. Anderen vinden het vooral belangrijk om meer te weten te komen over het geboorteproces en hoe ze zich hierop kunnen voorbereiden, ongeacht hoe de bevalling uiteindelijk zal verlopen.
Hoewel bevalcursussen voornamelijk gericht zijn op zwangeren, zijn sommige cursussen ook open voor de partners. Het kan voor partners nuttig zijn om deel te nemen aan een bevalcursus om hun rol tijdens de bevalling beter te begrijpen en om de zwangere te kunnen ondersteunen tijdens de bevalling en geboorte van de baby.
Er zijn veel verschillende soorten bevalcursussen beschikbaar en wat als een goede bevalcursus wordt beschouwd, hangt af van de individuele behoeften en voorkeuren van de zwangeren. Over het algemeen zijn er echter een aantal kenmerken waar een goede bevalcursus aan zou moeten voldoen:
De bevalcursussen van Drs Mama worden gegeven door artsen Bregje en Mirte. Zij hebben als doel zwangeren en hun partners op realistische wijze voor te bereiden op de geboorte en het ouderschap. 70% krijgt te maken met medische interventies, en daar kunnen zij als artsen jullie perfect over informeren. Want wie realistische verwachtingen heeft loopt minder tegen teleurstellingen aan. In hun bevalcursus betrekken zij partners gelijkwaardig. Het is wetenschappelijk bewezen dat partners van positieve invloed zijn op de geboorte. Daarom is alle cursusinhoud net zo belangrijk voor en gericht op de partner(s). Zo weet je precies hoe je elkaar optimaal kan ondersteunen bij de geboorte. Tijdens de bevalcursus komt alles aan bod wat je moet weten om goed voorbereid te zijn. Kennis over de fysiologie, kennis over medische interventies, ademhalingsoefeningen, praktische handvatten voor de steunende rol van de partner, pijnbestrijding en alles over de baby. Klik hier voor meer informatie
Een bevalplan is een document dat een zwangere samen met diens partner of zorgverlener opstelt om wensen en voorkeuren tijdens de bevalling vast te leggen. Het is een manier om te communiceren wat belangrijk is tijdens de bevalling en om de zorgverleners te informeren over de verwachtingen. Het kan onder meer informatie bevatten over de gewenste houding tijdens de bevalling, pijnverlichtingsopties, wie aanwezig zal zijn tijdens de bevalling, de rol van de partner of een doula, en eventuele speciale wensen of culturele overwegingen. Een bevalplan kan de communicatie tussen de zwangere, de partner (s) en zorgverleners verbeteren en kan helpen om een geboorte-ervaring te creëren die zo dicht mogelijk bij de wensen en voorkeuren ligt.
Er zijn verschillende redenen waarom zwangeren en partners ervoor zouden kunnen kiezen om een bevalplan te maken:
Een bevalplan kan verschillende onderdelen bevatten, afhankelijk van de individuele wensen en voorkeuren van de zwangere en partner. Hier zijn enkele algemene punten die in een bevalplan kunnen worden opgenomen:
Persoonlijke informatie: Naam, geboortedatum, contactgegevens en de naam van de zorgverlener(s) die de bevalling begeleiden.
Geboorteplan: Dit is een overzicht van de belangrijkste wensen en voorkeuren van de zwangere en partner. Hierbij kan worden gedacht aan:
Medische informatie: Hierbij kan worden gedacht aan:
Complicaties: Hierbij kan worden gedacht aan:
Het is belangrijk om te onthouden dat een bevalplan slechts een leidraad is en dat het belangrijk is om flexibel te blijven en open te staan voor veranderingen tijdens de bevalling als dat nodig is
Lees hier meer over wat Drs Mama te zeggen heeft over het bevalplan
Moedermelk of kunstvoeding bevat alle voedingsstoffen die een baby nodig heeft om te groeien en zich te ontwikkelen in de eerste 4-6 maanden van diens leven. Het geven van uitsluitend melkvoeding tot 4 a 6 maanden zorgt ervoor dat de baby alle nodige voedingsstoffen binnenkrijgt en voorkomt dat de baby voedingsstoffen tekort komt.
Er zijn voordelen van borstvoeding geven, zowel voor de baby als voor de ouder. Hier zijn enkele van de belangrijkste voordelen:
Voordelen voor de baby:
Voordelen voor de ouder:
Hoewel borstvoeding voordelen heeft, zijn er ook nadelen waar ouders mee te maken kunnen krijgen:
Zowel voor de ouder als de baby kan flesvoeding geven voordelen hebben. Hieronder enkele voordelen van het geven van flesvoeding.
Hoewel er voordelen zijn voor flesvoeding, kunnen er ook nadelen kleven aan het geven van flesvoeding.
Lees HIER meer over borstvoeding en flesvoeding. Door Drs Mama
Er is geen one-size-fits-all afbouwschema voor borstvoeding, omdat elke moeder en baby anders is. Het afbouwen van borstvoeding moet geleidelijk gebeuren en afgestemd zijn op de individuele behoeften van jou en je baby.
Hieronder vind je echter een voorbeeld van een geleidelijk afbouwschema dat je als richtlijn kunt gebruiken:
Week 1-2: Vervang één borstvoeding per dag door flesvoeding. Bijvoorbeeld, als je baby 6 keer per dag borstvoeding krijgt, vervang dan de derde voeding van de dag door flesvoeding.
Week 3-4: Vervang nog een borstvoeding per dag door flesvoeding. Bijvoorbeeld, als je baby nu nog 4 keer per dag borstvoeding krijgt, vervang dan de tweede voeding van de dag door flesvoeding.
Week 5-6: Vervang nog een borstvoeding per dag door flesvoeding. Bijvoorbeeld, als je baby nu nog 3 keer per dag borstvoeding krijgt, vervang dan de tweede voeding van de dag en de voorlaatste voeding van de dag door flesvoeding.
Week 7-8: Vervang nog een borstvoeding per dag door flesvoeding. Bijvoorbeeld, als je baby nu nog 2 keer per dag borstvoeding krijgt, vervang dan de eerste voeding van de dag en de laatste voeding van de dag door flesvoeding.
Week 9-10: Vervang de laatste borstvoeding van de dag door flesvoeding en geef alleen nog borstvoeding bij de voedingen die je nog niet hebt vervangen.
Week 11-12: Als je baby goed gewend is aan de flesvoeding, kun je de resterende borstvoedingen geleidelijk aan vervangen door flesvoeding.
Hier zijn enkele tips voor het afbouwen van borstvoeding:
Het is belangrijk om naar de signalen van je baby te luisteren tijdens het afbouwen van borstvoeding. Als je baby bijvoorbeeld onrustig wordt na het vervangen van een borstvoeding door flesvoeding, kun je ervoor kiezen om het afbouwschema langzamer uit te voeren. En als je pijnlijke of gezwollen borsten hebt, kun je overwegen om een lactatiekundige te raadplegen voor advies over het verlichten van de druk.
Lees HIER meer over borstvoeding en flesvoeding. Door Drs Mama
De richtlijnen voor het bewaren van borstvoeding kunnen variëren, maar over het algemeen gelden de volgende richtlijnen:
Om de melk goed te bewaren, is het belangrijk om schone containers te gebruiken die speciaal bedoeld zijn voor het bewaren van moedermelk. Je kunt bijvoorbeeld flessen van glas of plastic met een goed afsluitbare dop gebruiken. Zorg ervoor dat je de melk altijd goed afdekt en labelt met de datum voordat je deze in de koelkast of vriezer plaatst.
Houd er rekening mee dat dit algemene richtlijnen zijn en dat de specifieke aanbevelingen van gezondheidsorganisaties in jouw regio kunnen verschillen. Het is altijd goed om de aanbevelingen van deskundigen te raadplegen of met een lactatiekundige te spreken voor meer gedetailleerde en actuele informatie.
Lees HIER meer over borstvoeding en flesvoeding. Door Drs Mama
Door regelmatig de bekkenbodemspieren te trainen en te versterken, kunnen deze problemen worden voorkomen of verminderd. Een geregistreerde bekkenfysiotherapeut kan helpen bij het ontwikkelen van een oefenprogramma dat is afgestemd op de individuele behoeften en conditie. Het is belangrijk om t na de bevalling regelmatig de bekkenbodemspieren te trainen om deze spieren sterk en gezond te houden.
Er zijn verschillende manieren om de bekkenbodemspieren te trainen: