Het CTG tijdens de zwangerschap

Een CTG staat voor Cardiotocografie en is een medisch onderzoek dat wordt gebruikt om de hartslag van een foetus te registreren en de contracties van de baarmoeder te meten tijdens de zwangerschap en bevalling. Tijdens een CTG worden elektroden op de buik van de zwangere geplaatst om de hartslag van de foetus en de baarmoedercontracties te meten en deze informatie wordt geregistreerd op een grafiek. Het doel van een CTG is om de gezondheid van de foetus te beoordelen en eventuele afwijkingen of problemen op te sporen die mogelijk medische aandacht vereisen. CTG’s worden meestal uitgevoerd tijdens de laatste weken van de zwangerschap en tijdens de bevalling om de foetale gezondheid te bewaken.

Een CTG-registratie kan op verschillende momenten tijdens de zwangerschap en bevalling worden uitgevoerd, afhankelijk van de omstandigheden en de reden waarom het onderzoek wordt uitgevoerd.

Tijdens de zwangerschap kan een CTG worden uitgevoerd als er vermoedens zijn van problemen met de groei van de foetus, of als de zwangere minder beweging voelt van de foetus dan normaal. Ook kan een CTG worden uitgevoerd als er bijvoorbeeld sprake is van hoge bloeddruk, suikerziekte of als de zwangere eerder complicaties heeft gehad tijdens zwangerschappen.

Tijdens de bevalling kan een CTG worden uitgevoerd om de gezondheid van de foetus te controleren en om te bepalen of de bevalling normaal verloopt. Een CTG kan ook worden uitgevoerd als er complicaties zijn tijdens de bevalling, zoals verminderde hartslag van de foetus, pijnlijke of onregelmatige samentrekkingen van de baarmoeder, of als de bevalling langer duurt dan verwacht.

Het is belangrijk op te merken dat niet alle zwangere vrouwen automatisch een CTG krijgen. De beslissing om een CTG-registratie uit te voeren, wordt genomen door de verloskundige of arts, afhankelijk van de individuele situatie.